Wim Rooth

De Oisterwijkse toneelgeschiedenis is rijk. Een der personen die ’n aanzienlijk aandeel aan die geschiedenis leverde is Wim Rooth. Wim overleed 4 maart 2011 op zevenenzestig jarige leeftijd aan de gevolgen van een hersentumor.

Toneelgroep Trappaf en Wim Rooth. Ooit waren deze twee woordgroepen synoniem aan elkaar. Oprichter, voorzitter, regisseur, organisator, leider; Wim mag het allemaal op zijn conto schrijven daar waar het Toneelgroep Trappaf betreft.

Op 5 maart 1966 wordt de Jongerenorganisatie Trappaf opgericht met -in het kort- als doel: activiteiten ontplooien voor de jeugd op expressief en creatief vlak. In het al spoedig regelmatig verschijnende “officiële orgaan v.d. jongereninstuif Trappaf” staat in november 1966 een artikel van de hand van de toen 22 jarige Wim Rooth waarin gewag wordt gemaakt van het stuk “Een schot valt” van Agatha Christie, gespeeld door de Ghesellen van den Spele. Als voormalig lid van het jongerentoneel van frater Ferrerius van het jongerenhuis (Hoek dorpstraat, stationsstraat), later van Jongghesellen, daarna van Ghesellen van den Spele, medespeler van de VOS en lid (later ook hoofdbestuurslid) van Jongerenorganisatie Trappaf borrelt bij Wim -geheel in overeenstemming met de organisatiedoelen- het idee op om zijn toneelinteresse ook bij jeugdige Trappafleden aan te wakkeren.

In juni 1967 is te lezen in de ‘Trappafkoers’, zoals het officiële orgaan inmiddels heet, dat: “Degenen die interesse hebben om aan een toneelstuk mee te werken zich hiervoor schriftelijk kunnen opgeven.” Spoedig startte op de maandagavond, na het schoonmaken van de ‘instuifzaal’, repetities voor een toneelstuk. Structuur was nog ver te zoeken. Laat beginnen, afzeggen of niet op komen dagen, de eerste poging moest jammerlijk mislukken. In mei 1968 start een tweede poging met meer succes. Een aanloopperiode van bijna tweeëneenhalf jaar resulteert in voorstellingen. De Trappafkoers van november 1968 meldt: “De activiteit toneel presenteert: Het spook van de Vrijburg.” Houden we juni 1967 aan als startdatum dan kunnen we berekenen dat Wim op 23 jarige leeftijd Toneelgroep Trappaf oprichtte.

Daar Wim enkele jaren ouder is en toneelervaring meebrengt is het voor de hand liggend dat hij het voorzitterschap en de regie voor zijn rekening neemt. Wim herbergde veel kwaliteiten in zich die hem in staat stelde ’n groep onervaren toneeljeugdigen te enthousiasmeren en te leiden. Hij loodste de toneelgroep het zaaltoneel, openluchttoneel, wagenspel-, kerst- en Sinterklaastoneel binnen. Hij experimenteerde met diverse genres. Met ’n toneelspel als “Jan Rap en z’n Maat” (1980) introduceerde hij hedendaags toneel in Oisterwijk. Ook startte hij met eigen producties: in 1977 speelde Wim Rooth Sinterklaas voor de Haarense gemeenschap. Toen men hem het jaar erop hiervoor weer vroeg stelde hij voor dit in de vorm van een toneelspel te doen. Onwetend dat hij hiermee een jarenlange traditie in gang zette schreef hij een Sinterklaasspel dat de eerste echte eigen Trappaf Toneelproductie mag heten. Trappaf heeft Wims Sinterklaasinitiatief van destijds –evenals het openluchttoneel- nog jaarlijks op haar repertoire staan!

Wim nam voor Toneelgroep Trappaf veertig regies op zijn schouders. Op zijn best was hij met grote groepen in stukken als “Het Dorp de Mirakelen” en “Paradijsvogels”, maar ook voor minder kluchtige spelen als “Een geur van bloemen” en werk van de (toen) jonge, hedendaagse schrijvers als Dimitri Frenkel Frank en Hugo Claus draaide hij zijn hand niet om. Ook voor de Verenigde Oisterwijkse Spelers verzorgde hij enkele regies in het Oisterwijkse openluchttheater. Zijn laatste activiteit voor Trappaf dateert uit 1995 met de regie van “Het testament van de hond”. De tomeloze energie en inzet van Wim voor de toneelgroep kende zijn keerzijde: ’n gemis aan zeggenschap van de ooit jonge onervaren jeugdigen die, volwassen geworden, met opleidingen –ook op toneelgebied- en inmiddels ’n brok toneelervaring, hun invloed wilden uitoefenen. Wim had hier moeite mee en nam afstand van de groep. Al was op Wims gezicht te lezen dat het hem zeer deed ‘zijn’ groep te zien verzelfstandigen; dit is nooit met ruzie gepaard gegaan.

De breuk met Wim betekende dat we hem nooit meer hebben mogen zien bij latere voorstellingen. We betreurden dit maar in het licht van alles wat hij voor ons betekend had vergaven we hem dit direct. ’n Gesprek als wij hem later tegenkwamen in zijn functies als buurtconciërge en kerkhofopzichter was overigens immer amicaal; het minder leuke stukje uit het gezamenlijk toneelverleden werd ons niet verweten. Bovendien gaf het hem ’n goede reden de shagbuil tevoorschijn te halen.

Wim had genoeg leefruimte aan zijn geboortegrond om zich te kunnen ontplooien. De Boxtelsebaan is hij altijd trouw gebleven om te wonen, schoenfabriek Renata, waar hij als magazijnmeester werkte, en het oude Trappafgebouw, van waaruit de hobby’s werden uitgeoefend, lagen op balscheut afstand. ’n Dag met de Trappaf wielerclub naar zuid-Limburg was ’n verre uitstap. Met wielrennen en voetbal is direct nog ’n onderwerp genoemd dat naast toneel op Wims interesse en inzet kon rekenen: sport. Ook carnaval moet nog genoemd worden; o.a. door het ‘prins’-zijn zette hij hier mede zijn schouders onder.

De inmiddels volwassen toneelgroep Trappaf wil haar ontstaan niet verloochenen en beseft maar al te goed dat ze veel te danken heeft aan haar initiatiefnemer én kartrekker Wim Rooth!